Poëzie

Spiritualiteit

 
 
Oerverlangen
drijft de zoektocht
naar weten
en voelen.
De hunkering
naar vrede, vreugde en vrijheid.
Naar liefde vóór al.
Liefde voor jezelf,
voor die andere mens,
voor al wat is.
 
Tot elkaar veroordeeld in deze wereld.
Vanwaar en waartoe 
dit alles?
 
Oerverlangen
drijft de zoektocht
naar weten
en voelen.
Naar de bron
van dit
oerverlangen.
 
 
 
 
 
Als ik vrede wil omschrijven,
vrede in mijzelf,
met mijzelf,
dan zal ik eerst
moeten voelen als nu:
rustig
tevreden
stil.
Even geen gedachten.
Niets van moeilijk of fijn.
Even losgekoppeld van dat alles.
 
Mijn ziel
dobberend
op een zee van vertrouwen
weet
dat dit moment
niet blijvend is,
maar o zo dierbaar.
   
Mijn starende blik
naar binnen gericht.
Tastend, voelend
wachtend op
woorden
die alsmaar niet komen.
   
Als ik wil omschrijven
vrede
in mijzelf.
 
 
 
 
 
Soms
heel even
tijdloosheid
pure werkelijkheid.
 
 
 
 
 
In de stille stilte
van dit bijna lege kerkgebouw
dringen geluiden van buiten door
en verder
hoor ik enkel een rustig ademen
links en rechts van mij.
 
Mijn aandacht richt ik naar binnen.
Minuten verstrijken.
Rustiger en leger wordt mijn hoofd.
Steeds dieper ervaar ik de stilte.
Voel me gewiegd
door een Onmetelijke Liefde.
Voel me gedragen
op Goddelijke handen.
Sterke verbondenheid
en dankbaarheid is wat rest.
 
...Bidden zonder woorden...
 
Wanneer trage stille muziek
mijn oren raakt
wordt ik de anderen weer gewaar.
 
Langzaam
vult de stilte zich weer
met kalme stemmen
en voetstappen
die deze rijke stilte
als een kostbaar geschenk
met zich mee dragen.
 
 
 
 
 
Moge de stilte in mij komen.
In mijn traag inademen
en verlossend uitademen.
Mij doordringen van rust en ruimte.
 
Al maar dichter bij mezelf aankomend
bij wie ik ten diepste ben
met al mijn plussen en minnen
weet ik mij geliefd.
 
Ik mag er zijn.
Mens tussen mensen.
Aangeraakt door Liefde.
 
 
 
 
 
Uit aardse materie opgebouwd
om die
op jouw tijd
huiswaarts
te ontvluchten
 
doch
binnen de gegeven situatie
het uit te houden
met jezelf
en al het andere.
 
 
 
 
 
Stapje voor stapje
lijkt daar iets te komen.
Haperend,
schoorvoetend
begint er iets te dagen.
Kan ik het al pakken
of ontschiet het me weer.
Geheim,
mysterie.
Die vele wegen.
Elk antwoord
dat weer nieuwe vragen geeft.
Al zal ik nooit echt vinden
het zoeken kan ik niet laten.
Stapje voor stapje
zolang ik zoeken kan.
 
 
 
 
 
Wat mist die mens
die niet
op zoek is
naar diepere waarheden
mystiek
het grote onbekende.
 
Die geen
vragen
voelt oprijzen
als hij om zich heen kijkt.
 
Voor wie wit
gewoon wit is
en zwart gewoon zwart.
 
Geen ongedurig verlangen kent
geen ongestilde honger
naar inzicht.
 
Wat mist die mens?
Die mens
die mist niets.
 
 
 
 
 
Vol van genade
 
Als die ene snaar wordt geraakt
dan weet ik dat ik leef.
Tot diep in mijn vezels
besef ik
iets wezenlijks op het spoor te zijn
wat om vervulling vraagt.
 
Dit eigen beleven
is wel wat anders dan
"van horen zeggen".
 
 
 
 
 
Gewaarwordend die
door mijn ogen ziet
groots meeslepend
scheppen wil vanuit
mijn ziel
mijn wortels
mijn merg en been
die
mijn hart doet zingen
van het onhoorbare ware
het kleine en het zachte
waaruit een schreeuw om meer
zich telkens weer ontlaadt,
die
ontmoet en ontmasker ik
die
waar geen beeld van bestaat
kwetsbare manifestatie
van oer en verlangen
van daadkracht en inkeer
mijn gestalte als onderkomen ingenomen
om haar even vluchtig weer te ontglippen
mij vervuld achterlatend
in zoete verwachting
in heimelijke verwondering.
 
 
 
 
 
Tragiek van de levenskunstenaar
 
Met ontelbaren
ooit ontstaan om
wie weet
ooit te eindigen
als laatste
mens.
Dolend
op en rond
Moeder Aarde.
Nauwelijks in staat
het uit te houden met elkaar.
 
Voortgestuwd door
Liefde
en angst
langs levensbron
en levenslot.
 
Levenslang heb je
om uit te vinden
wie je bent
en wat je te doen staat.